Al van voor onze jaartelling is de fret gedomesticeerd, de fret stamt af van de bunzing. In die tijd bestond het voer uit kleine knaagdieren als muizen, konijnen en gevogelte. In latere tijden wordt dit brood met melk en de resten van de gevangen konijnen. Tegenwoordig bestaat het frettenvoedsel voornamelijk uit katten- of frettenbrokjes.
Een fret is een echte vleeseter, zijn maagdarmkanaal is erop gebouwd om prooidieren op te eten en te verteren. Een dergelijk prooidier bestaat voor 100% uit dierlijke voedingstoffen, slechts in de maag van het prooidier kan men een kleine hoeveelheid halfverteerde plantaardige bestandsdelen aantreffen.
Een fret heeft een kort maagdarmkanaal en opgenomen voedsel is in korte tijd verteerd en uitgescheiden, dit duurt slechts 4 uur. Hierdoor hebben fretten voedsel van hoge kwaliteit en verteerbaarheid nodig. Een hoog eiwit- en vetgehalte van dierlijke oorsprong en een zo laag mogelijk koolhydraat- en vezelgehalte is een kenmerk van goed frettenvoedsel.
Plantaardige eiwitten worden slecht verteerd en kunnen aanleiding geven tot allerlei klachten. Fretten hebben een eiwitpercentage 25-40% nodig. Belangrijk is dierlijk vet, dat moet ruimschoots in de voeding aanwezig zijn 20-25%. Een fret heeft slechts een geringe behoefte aan koolhydraten. Een grote hoeveelheid koolhydraten, te vinden in voeding met veel plantaardige bestanddelen, stimuleert de alvleesklier tot een hogere insuline productie. Door jarenlange overstimulatie kan op latere leeftijd insulinomen ontstaan. Vezels uit groenten en fruit worden niet verteerd en zullen de voedingswaarde van het voedsel verlagen.
Welke voeding?
- Hondenvoer is niet geschikt voor fretten, het bevat een hoog gehalte aan plantaardige eiwitten en vezels, door maagdarmstoornissen kan een fret hier op termijn aan overlijden.
- Kattenvoer is in de meeste gevallen ook onvoldoende voor een fret. De gewone merken uit de supermarkt of dierenwinkel zijn niet geschikt. Alleen kittenvoer van een hoge kwaliteit voldoet aan de behoeften van een fret
- Frettenvoer wordt op steeds meer plaatsen aangeboden, ook het aantal merken neemt toe. Niet alle merken zijn echter even goed. Het is daarom verstandig om de op de verpakking vermelde samenstelling goed te bekijken
- Let op het percentage dierlijke- eiwitten en vetten. Uit de beschrijving zou moeten blijken dat het voer voor een groot deel uit kippenvlees en kip of pluimveebijproducten bestaat. Vlees en dierlijke bijproducten geven een te onduidelijk beeld van de oorsprong en lijken dus minder betrouwbaar. Graan en andere plantaardige producten zouden niet als eerste in de lijst van ingrediënten mogen voorkomen, en zouden verder zo min mogelijk aanwezig mogen zijn. Het percentage viseiwitten mag niet te hoog zijn, fretten vinden dit over het algemeen niet smakelijk.
- Vers vlees in de vorm van prooidieren wordt ook wel gegeven. Dit wordt dan vaak in de vorm van eendagskuikens gedaan. Het bevat alle voedingsstoffen in een goed verteerbare vorm. Naast de ethische vraagtekens is het niet aan te raden, er bestaat altijd een kans op besmetting met parasieten. Ingevroren muizen en ratten, bestemd voor reptielen zouden een alternatief kunnen zijn, deze zijn speciaal als voederdieren gekweekt. Fretten moeten dit voer echter van jongs af aan krijgen, op latere leeftijd is het moeilijk om ze eraan te laten wennen.
- Fretten zijn over het algemeen erg kieskeurige eters en wennen sterk aan een bepaald merk voer. Zo sterk zelfs dat ze een ander merk weigeren te eten. Geef daarom verschillende merken door of naast elkaar. Zo wordt voorkomen dat fretten weigeren te eten als een merk plots uitverkocht blijkt te zijn. Door de snelle spijsvertering moet een fret de hele dag de beschikking over brokjes hebben, vers vlees of nat voer dient na korte tijd verwijderd te worden ivm bederf.